De Broederschap: Historie en Achtergrond

Oprichting Broederschap van Onze Lieve Vrouw

De broederschap van Onze Lieve Vrouw van Den Bosch (nu: Onze Lieve Vrouw onder den titel van : Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch) is volgens het oudste ledenregister  opgericht op 2 november 1834. Destijds met steun van de pastoors van de Bossche parochies van Sint Jan en Sint Jacob.  Daarop volgde de kerkelijke goedkeuring op 6 oktober 1836 door apostolisch-vicaris Den Dubbelden.

De broederschap is verbonden aan de kapel van de Zoete Lieve Vrouw van ‘s-Hertogenbosch in de kathedrale basiliek van Johannes de Evangelist (parochie Heilige Johannes Evangelist: www.mariajohannes.nl).

Sint Janskathedraal ‘s-Hertogenbosch: interieur en exterieur

Enkele historische feiten

Vanaf 1842 werd de druk door apostolisch vicaris Den Dubbelden opgevoerd om de kerkelijke bezittingen terug te krijgen. Deze waren in september 1629 na de verovering van ‘s-Hertogenbosch door Prins Frederik Hendrik van Oranje weggevoerd.  Vanuit België (Mechelen, Brussel en Antwerpen) kwamen er zoetjesaan steeds meer bezittingen terug.  Zo kwam de kostbare mijter van bisschop Sonnius weer snel terug in ‘s-Hertogenbosch. Het beeld van de Zoete Lieve Vrouw keerde echter pas op 27 december 1853 terug. Hierna leefde de mariadevotie in de stad ‘s-Hertogenbosch sterk op.  Dit had tot gevolg dat het ledenaantal van de broederschap snel toenam.

In 1881 verordonneerde de bisschop een strakkere organisatie van de Broederschap. Vanuit het jaarverslag van 1899 blijkt dat de ledenorganisatie beter zou worden georganiseerd. Hierin werd bepaald dat de plebaan (pastoor) als directeur aan het hoofd van de broederschap zou komen te staan. Daaronder dienden 12 bestuursleden te komen. Deze vertegenwoordigden gelijkelijk de 4 stadsparochies van Sint Jacob, Sint Jan, Sint Pieter en Sint Catharina.  Vervolgens werd in dat jaar een huishoudelijk reglement opgesteld.

Bestuur broederschap

Om broeder te worden, diende men eerst als kandidaat te worden voorgedragen. Dat geschiedde (en geschiedt) nog steeds vanuit het fungerend bestuur in samenspraak met de Plebaan via coöptatie. Uitgangspunt toen (en nu) is dat een kandidaat praktiserend katholiek is en zich inzet voor de kerk.

In de 19e eeuw bestond het bestuur uit een regerend en een toeziend proost, een griffier en een rentmeester (later: thesaurier). Het systeem van proost, griffier en thesauriër is nu nog steeds gangbaar. De contributie van de broeders bedroeg in de 19e eeuw ƒ 5,= (gulden) per jaar (dat zou nu 2,27 Euro zijn).

Overleden broeders kregen vanuit de broederschap een gezongen H. Mis aangeboden.  Destijds waren de broeders, bij afroep, verplicht naar processies te komen. Nu wonen de leden van de Broederschap de Eucharistievieringen rondom de feestdagen van Maria bij.

De broederschap neemt deel aan de viering van Hoogfeesten en gedenkdagen. Voorbeelden hiervan zijn: 2 februari (Presentatie van de Heer), 25 maart ( Maria Boodschap), Sacramentsdag en de feestdag van de Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch.

De Bossche marianoveen van 7 tot en met 15 juli wordt door de broederschap lopend en biddend in ere gehouden. Ook 15 augustus (Maria Tenhemelopneming), 8 september ( Maria Geboorte) en 8 december (Maria Onbevlekte Ontvangenis) zijn belangrijke feestdagen.

Ten slotte is op 3 maart 2018 door Paus Franciscus Tweede Pinksterdag toegevoegd als feestdag van Maria. De dag wordt gevierd als Maria, moeder van de kerk.

Gewoon lidmaatschap van de broederschap

Het gewone lidmaatschap van de broederschap was destijds goedkoper en bedroeg bij aanvang van de vaststelling 0,60 guldencent. Contributies werden gebruikt voor de verfraaiing van de kerk (speciaal de mariakapel) en de verzorging van het beeld van de Zoete Lieve Vrouw. Dat uitgangspunt staat vandaag de dag nog steeds centraal.

Huidig lidmaatschap

De contributie nu, vanuit het gewone lidmaatschap, bedraagt 7, 50 Euro (minimaal) op jaarbasis. Naast het steunen van de broederschap vanuit het uitgangspunt (verfraaiing van de kerk en verzorging het beeld van de Zoete Lieve Vrouw en haar kapel) krijgen de leden jaarlijks 2 nieuwsbrieven (april en oktober) en het meimaandboekje waarin de vieringen, data en tijdstippen met gilden en koren voor de meimaand/Mariamaand staan opgenomen.