Maria, de Moeder Gods
De naam Maria
Maria is als naam afgeleid van het Aramese Maryam en kent vele wijzen van schrijven waaronder ook Mirjam (Hebreeuws) en is ook in het Arabisch bekend onder de naam Maryam. Etymologisch betekent het onder meer “gewenst kind”, “bitter”, “rebels”, of “sterke wateren”,
Volgens de christelijke traditie is Maria de dochter van Joachim en Anna. In de katholieke kerk is zij de belangrijkste heilige en heeft zij als Moeder van God een belangrijke rol in het geloofsleven.
Maria’s bestemming als moeder Gods
Maria werd volgens de katholieke traditie geboren als maagd; vrij gebleven van erfzonde nadat zij door haar moeder Anna (“onbevlekt”werd ontvangen). Deze onbevlekte ontvangenis heeft slechts betrekking op haar persoon,en staat op geen enkele wijze in connectie met de zwangerschap van haar Zoon Jezus Christus.
Maria’s voorbestemming was moeder te worden van Gods zoon, Jezus Christus. Dit werd aan haar aangekondigd (annunciatie) door de engel Gabriël dat dit zou gebeuren door de kracht van de Heilige Geest.
Christus’ geboorte
In het Evangelie van Matteüs staat beschreven dat Jozef en Maria na de geboorte van Jezus niet in Bethlehem bleven en ook niet naar Nazareth terugkeerden (wat volgens de Evangelist Lucas hun woonplaats geweest zou zijn). De Heilige Familie zou na de geboorte naar Egypte zijn gevlucht. Jozef was namelijk via een droom door een engel van Godswege gewaarschuwd, dat koning Herodus de aanstaande koning der Joden wilde vermoorden uit angst voor zijn eigen troon. Herodus vermoordde vervolgens na de vlucht naar Egypte alle jongens van jonger dan 2 jaar in Bethlehem; Deze gebeurtenis wordt jaarlijks op 28 december herdacht in het feest van de Onnozele Kinderen. Pas na de dood van Herodes vestigden Maria en Jozef zich wederom in Nazareth.
Jezus’ Leven
In Nazareth groeide Jezus op onder de hoede van Maria en Jozef. Hij werd opgevoed in de joodse leer en leerde waarschijnlijk ook het beroep van zijn vader: timmerman. Jozef stierf vermoedelijk voordat Jezus in de openbaarheid kwam, Maria als weduwe achterlatend. Bij het openbare optreden van Jezus wordt Maria nog enkele malen genoemd. De bruiloft te Kana, waar Christus Zijn eerste wonder deed (veranderen van water in wijn) op instigatie van Maria is een duidelijk voorbeeld. Volgens de Evangelist Johannes was zij bij de kruisiging van Jezus aanwezig, samen met Johannes zelf, die door Jezus op het kruis tijdens zijn doodsstrijd werd aangewezen als “nieuwe” (verzorgende) zoon van Maria. Daarna is ze volgens het boek Handelingen nog aanwezig bij enkele bijeenkomsten van de Apostelen en in het bijzonder is zij met de apostelen aanwezig in de bovenkamer tijdens de uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren. Dit feest stelt kerkelijk de Heilige Geest centraal en vormt het begin van de kerk: negen dagen na Hemelvaartsdag, de dag dat de opstijging naar de Hemel van Jezus plaatsvond. Het eerste en dus het oudste negendaagse bidden in de kerk als noveen.
Maria’s verdere leven
Over Maria’s verdere leven zijn verschillende verhalen in omloop. Volgens de rooms-katholieke traditie zou Maria ergens tussen 36 en 50 n.Chr. zijn overleden in ofwel Jeruzalem ofwel Ephese. Hierbij zouden alle apostelen aanwezig zijn geweest behalve de apostel Thomas. Toen deze arriveerde, was Maria’s lichaam al begraven en om haar toch eer te bewijzen, bezocht Thomas in zijn eentje haar graf. Thomas zou toen de tenhemelopneming van Maria hebben gezien. Daarbij zou hij van Maria haar gordel hebben gekregen. De overige apostelen geloofden dit niet totdat hij hen de gordel toonde en het lege graf van de Heilige Maagd.